zondag 29 november 2020

Rozeta Twilight

Vorig jaar rond deze tijd was ik bezig met mijn, op haakgebied, grootste uitdaging tot nu toe; de Scheepjes Rozeta CAL (Crochet Along) 2019.
Het ontwerp (van Tatsiana Kupryianchyk van Lilla Björn Crochet) was bedoeld als deken. Maar het was geïnspireerd op de prachtige rozetvormige glas in lood ramen in gotische gebouwen en hoe gedurende de dag het licht hier doorheen valt. Ik vond het daarom meer geschikt als wandkleed. In de Facebookgroep, waar deze Cal gehost werd, zag ik wel dat er meer mensen zo over dachten.



Het patroon was voor gevorderden en avontuurlijke beginners. Van elk deel waren er video tutorials op YouTube, gemaakt door Esther Dijkstra van 'It's all in a Nutshell'. Deze video's zijn mij echt tot steun geweest op momenten dat het mij niet duidelijk was, wat het geschreven patroon precies bedoelde. Gedurende 11 weken kwam er elke woensdag om 12.00 uur een deel van het patroon online. Ik was heel benieuwd hoe mij dit af zou gaan.

In de eerste 3 weken moest er een mandala gehaakt worden volgens de tapestry techniek. Je haakt dan met twee kleuren en neemt de kleur, waar je even niet mee haakt, achter je werk mee, zodat je daar op het juiste moment mee kunt wisselen. Ik had gekozen voor een pakket met Scheepjes Colour Crafter garen en hierbij wordt haaknaald 4 aangeraden. Zo ben ik ook begonnen, maar na een poosje zag ik wel dat het veel te losjes werd en dat daardoor het patroon minder mooi tot zijn recht kwam. Ik heb het weer uitgehaald en ben opnieuw begonnen met haaknaald 3,5 en dat pakte gelukkig beter uit.



In week 4 t/m 7 moest er een rand om de mandala gehaakt worden volgens de overlay techniek. Kort gezegd haak je hierbij óver je haakwerk. Je haakt bijvoorbeeld alleen in de voorste of achterste lus van een steek of je moet insteken in dieper liggende toeren van het haakwerk, zodat stokjes of dubbele stokjes boven op het werk komen te liggen. Misschien een beetje een technisch verhaal voor mensen die niet haken, maar ik vind het toch wel leuk te benadrukken dat er verschillende haaktechnieken gebruikt worden in dit prachtige ontwerp.
Door deze verschillende technieken waren deze weken zeer leerzaam voor mij. Ik heb me wel regelmatig zorgen gemaakt over het feit dat de mandala soms lichtjes begon te golven. Ik probeerde de draadspanning dan wat aan te passen en uiteindelijk werd het toch een mooie, vlakke cirkel.



In week 8 haakten we vier hoeken aan de mandala om hem vierkant te maken. Het vergde heel wat telwerk om de hoeken op de juiste plek aan de mandala te haken.




In week 9 en 10 haakten we onderaan dit vierkant een rechthoekige strook volgens de tapestry techniek. Hiermee ontstonden er mooie, gotische spitsbogen.




Met week 11 kwam het einde in zicht. We haakten om de hele deken/wandkleed een glas in lood rand.

En toen was hij klaar! Een wandkleed van 1.15 m. breed en 1.50 m. hoog, die natuurlijk nog opgehangen moest worden. We hadden daarvoor al een plek in gedachten... dat zou de muur halverwege de trap worden. Dan konden we hem vanaf zowel boven als beneden goed zien.
Inmiddels waren er in de ondersteunende Facebookgroep al allerlei ideeën voorbij gekomen wat een goede manier zou kunnen zijn om hem op te hangen. Ik besloot dat ik hem op een plaat hardboard zou bevestigen met behulp van klittenband. Dat was een prima keuze. Hij hangt nu alweer 9 maanden te pronken in onze trappenhal en ik ben er vreselijk trots op!




maandag 19 oktober 2020

Dulce de leche; wat een ontdekking!

In mei van dit jaar was koningin Máxima jarig en deelde zij het recept van haar favoriete koekje op Facebook. Dit schreef zij op de pagina van Het Koninklijk Huis

"In deze tijd vier ik mijn verjaardag thuis met een typisch Argentijnse lekkernij: Alfajores van dulce de leche. Ik ben met Alfajores opgegroeid, het zijn mijn lievelingskoekjes! Ik bak ze volgens mijn moeders recept, dat ik graag met jullie deel. Zodat je ze ook zelf thuis kunt bakken!" - Máxima 

Ik vond het zo'n gezellig bericht, vooral omdat we midden in de 'corona-perikelen' zaten. Sowieso gingen in die periode veel mensen thuis vaker bakken (de bloem was in de supermarkt constant uitverkocht) en aan het aantal reacties te zien op dit bericht, waren velen met mij van plan deze koekjes ook te gaan bakken. 

Ik volgde het recept van Máxima en dat leverde héél veel koekjes op. Waarschijnlijk heeft ze op haar verjaardag de hele hofhouding getrakteerd. De koekjes zijn heerlijk bros en kruimelig door de maizena en hebben, door de citroenrasp, een vluchtige citroensmaak. Het dubbele koekje heeft een zachte karamelvulling, dulce de leche genaamd. Ik had er nog nooit van gehoord en het recept vermeldde niet hoe je dat precies moest maken. Het bestaat blijkbaar ook kant-en-klaar, maar hier in de supermarkt hadden ze het in ieder geval niet. De Koekjesbijbel bracht uitkomst. Het bleek ontzettend simpel te zijn, maar kostte wel een paar uur tijd. Gelukkig had ik dat op tijd in de gaten. 


Voor de dulce de leche koop je één of meerdere blikjes gecondenseerde volle melk met suiker en die breng je in een pan met ruim water aan de kook. Je laat het water met de blikjes erin ongeveer 3 uur koken. Je moet wel opletten of er niet teveel water verdampt, waardoor ze niet meer volledig onder staan. Indien nodig dus aanvullen met kokend water. 

Met de afgekoelde dulce de leche plak je steeds twee koekjes op elkaar en daarna rol je de zijkanten nog door de kokosrasp. Een heerlijk koekje met een zálige vulling! 

     






Omdat ik meerdere blikjes dulce de leche had gemaakt, bakte ik een week later andere koekjes met deze heerlijke karamelvulling. In de Koekjesbijbel vond ik een recept. Ik maakte het deeg en rolde het uit op mijn werkblad. Ik stak er cirkels uit met een doorsnede van 8 cm. Op elk deegplakje schepte ik een theelepel dulce de leche, vouwde het deeg aan drie kanten omhoog en drukte de puntjes stevig tegen elkaar aan. Ik bestrooide ze met gehakte hazelnoten, bestreek de zijkanten met losgeklopt ei en toen de oven in. Deze koekjes vond ik zelfs nog iets lekkerder dan de Alfajores. 

         













maandag 7 september 2020

Amigurumi haken

In de haakwereld kom je soms termen tegen waarvan je niet meteen weet wat het is, bijvoorbeeld de term 'amigurumi haken'. Natuurlijk kom je daar vervolgens met behulp van internet snel genoeg achter.
Het woord amigurumi komt uit Japan en betekent letterlijk 'gebreid speelgoed'. In Japan is dit ontzettend populair en worden deze knuffels heel veel gebreid én gehaakt. In Nederland kennen wij amigurumi vooral van gehaakte knuffels, maar breien kan dus ook. De keuze uit amigurumi's is enorm; van bijna elke diersoort bestaat wel een patroon, soms compleet met kleding of andere accessoires. Voor amigurumi's, die niet alleen als decoratie, maar echt als speelknuffel bedoeld zijn, zijn er veiligheidsoogjes en -neusjes te koop, zodat kleine kinderen niet het gevaar lopen kleine onderdelen in te slikken.
Amigurumi's worden meestal strak gehaakt (zodat je de vulling er niet doorheen ziet) met dunne katoen en haaknaald 2,5 tot 3,5.


(afbeelding van mijnhaaknaaldenik.nl)

Natuurlijk wilde ik ook weten hoe je een amigurumi maakt. Samen met een vriendin ging ik naar een workshop van Laura Haakt in Dongen. Hier leerden we de basisbeginselen van het amigurumi haken. We werkten met een super leuk gratis patroon van haaknaaldeni.blogspot.com en waren een paar uur zeer geconcentreerd bezig. Er moesten constant steken gemeerderd of geminderd worden, dus we hadden veel telwerk. Het hoofdje, snuitje, lijfje, oren, armen en benen worden allemaal apart gehaakt en opgevuld. Het strakke haken moest erg wennen en deed na een poosje best zeer aan mijn vingers. Zo nu en dan even rusten is een goede zaak om krampen te voorkomen.
Het was teveel werk om in één avond af te maken, maar het patroon en alle benodigdheden gingen mee naar huis en daar heb ik hem netjes afgemaakt. Ik heb hem gemaakt van 1 bolletje Scheepjes Catona 212 van 50 gram en 1 bolletje Scheepjes Catona 130 van 10 gram, met haaknaald 2,5. Het is een heel schattig beertje geworden, dat een hele tijd op een tafeltje in mijn woonkamer heeft gezeten. Na een poosje heb ik hem verkocht.


Ik vind het heel leuk om nu te weten hoe het haken van een amigurumi in zijn werk gaat, maar vanwege de pijnlijke vingers door het strakke haken en het gepriegel om het beertje netjes in elkaar te zetten, zal ik niet zo snel aan een volgende amigurumi beginnen. Liever toch het iets grovere werk, zoals dekens, kussens, sjaals en wandkleden.


vrijdag 28 augustus 2020

Bakken met dadels

Een poosje geleden heb ik twee baksels gemaakt met dadels. Wel twee heel verschillende.

Dadel-hazelnoot-taartje
In mei maakte ik het dadel-hazelnoottaartje van Anna Yilmaz (winnares van 'Heel Holland Bakt 2018') omdat de ingrediënten in dit recept, zoals de dadels, hazelnoten, jam en kokosrasp me wel aanspraken.
Eerst heb ik het deeg gemaakt en de hazelnoten geroosterd. Het deeg moest 20 minuten in de koelkast rusten. Ondertussen kon ik met de dadels aan de slag. Ik had hier nog niet eerder mee gewerkt. Voor dit recept had ik medjouldadels nodig. Dit is een grote en heel zoete dadelsoort. Ik heb de dadels eerst ontpit en daarna met wat kokend water in de foodprocessor gepureerd. 
Van het deeg moest ik twee gelijke deegcirkels maken. De eerste cirkel legde ik in de springvorm en hierover heb ik de dadelcrème uitgesmeerd. De geroosterde hazelnoten moesten hierop verdeeld worden en een beetje in de crème gedrukt worden. Hierop kwam de tweede deegcirkel. Die heb ik bestreken met wat melk en daarna 40 minuten in de oven gebakken. Toen het taartje afgekoeld was heb ik hem bestreken met de abrikozenjam en bestrooid met de kokosrasp.

Ik was heel benieuwd hoe dit taartje zou smaken, omdat ik nog niet eerder zoiets gebakken had. Ik vond hem zeker lekker, maar wel heel machtig. Kleine puntjes snijden is dus wel een aanrader. Ook vond ik de dadellaag wat te dik en daardoor te overheersend van smaak. Maar de overburen, die ook een puntje hebben meegegeten, vonden dat juist heerlijk. De hazelnoten had ik te klein gehakt, dat was jammer want nu miste je de knapperige bite van de noten. Voor de volgende keer zijn er dus zeker wat verbeterpuntjes.
Het recept is te vinden op https://www.maxvandaag.nl/sessies/themas/eten-drinken/dadel-hazelnoottaartje/


Dadel-walnoten-koekjes
Vorige maand maakte ik de opgerolde dadel-walnoten-koekjes uit de Koekjesbijbel. Echt een héérlijk koekje en niet moeilijk om te maken. 
De dadels moesten natuurlijk eerst weer van hun pitten ontdaan worden en daarna grof gehakt. Ook de walnoten moesten gehakt worden. Terwijl het deeg een uurtje in de koelkast aan het rusten was, maakte ik de vulling door de dadels met suiker en water aan de kook te brengen en zo'n 10 minuten te laten sudderen tot een smeuïge dadelmassa. Daarna moest dit weer afkoelen tot kamertemperatuur.


Het deeg heb ik uitgerold tot een vierkante lap. Dit valt nog niet mee, want op de een of andere manier wil de deeglap altijd rond worden. Het deeg kon daarna bestreken worden met de dadelvulling en bestrooid worden met de gehakte walnoten. Daarna heb ik er voorzichtig een rol van gemaakt en die moest ook weer een poosjes in de koelkast rusten. Tenslotte heb ik de rol in plakjes gesneden en konden ze op een bakplaat de oven in. Het resultaat was echt genieten en dus zeker voor herhaling vatbaar.



vrijdag 7 augustus 2020

Heerlijke omslagdoeken

Grinda-shawl
Voordat ik begon met haken, had ik eigenlijk niks met omslagdoeken. Ik had er nog nooit eentje gekocht of gemaakt. Eenmaal in de haakwereld, kwam ik talloze patronen tegen van omslagdoeken, de één nog mooier dan de ander. Ik kreeg in de gaten dat het best fijn is om één of meerdere omslagdoeken te hebben voor de momenten dat je het even net niet warm genoeg hebt.
In het voorjaar van 2019 zag ik op internet het patroon van de Grinda-shawl, een prachtige omslagdoek van ontwerpster Tatsiana van LillaBjörn's Crochet World. Grinda is een eiland in Zweden.  De wilde natuur op dit eiland en de magische zee-vergezichten inspireerden haar tot dit ontwerp.


De omslagdoek wordt gemaakt van een Scheepjes Whirl. Dit is een bol garen met een looplengte van maar liefst 1000 meter, waardoor je voor een sjaal of omslagdoek maar één Whirl nodig hebt. Je kunt kiezen uit 39 kleuren, ieder met z'n eigen kleurverloop.
Het kleine zusje van de Whirl is de Whirlette. Dit is een bol garen met dezelfde samenstelling (60% katoen-40% acryl) als de Whirl, maar dan in een unikleur en met een looplengte van 455 meter. Er zijn 19 verschillende kleuren, zodat er altijd wel een kleur is die je kunt gebruiken als aanvulling op de Whirl. Ook het patroon van de Grinda-shawl bevat de mogelijkheid om de omslagdoek te vergroten met een Whirlette.


Ik koos voor de Whirl Blueberry Bambam en haakte met haaknaald 3,5. Een omslagdoek begint meestal in het midden van de lange zijde, het punt wat later in je nek komt te liggen. Je haakt hem in rijen en keert na elke rij je werk. Zo wordt de driehoek steeds groter. Het patroon van de Grinda-shawl bestaat uit 5 delen en elk deel is totaal anders, zoals je goed op de eerste foto kunt zien. Daardoor ben je steeds weer benieuwd hoe het volgende stuk eruit komt te zien en blijft het haaktempo er goed in. Na twee maanden was hij klaar en ik heb hem ondertussen al heel vaak om m'n schouders gehad. Hij is ook heel leuk als extra 'versiering' over een blauw of wit spijkerjasje.





Only Love
Mijn tweede omslagdoek ontstond op een andere manier. Meestal word ik eerst verliefd op een bepaald haakontwerp en kies ik daarna met welk garen ik dat ga maken. Deze keer zag ik op de handwerkbeurs KreaDoe in Utrecht een bol garen, waar ik meteen helemaal vrolijk van werd. Het was een bol van Trendy Colors van Lammy Yarns met kleurverloop. Omdat ik nog niet voor ogen had wat ik ervan wilde maken, kocht ik maar 1 bol. Dat was achteraf niet zo slim, want wat kun je nu helemaal met 1 bol. Deze had namelijk een looplengte van 360 meter en niet 1000 meter zoals de Whirl van mijn vorige omslagdoek. 

Gelukkig vond ik op de maandelijkse fabrieksverkoop van Lammy Yarns in Hilvarenbeek dezelfde bol en heb ik er eentje bij gekocht. Inmiddels had ik bedacht dat ik er een warme omslagdoek van wilde maken. Het garen is namelijk lekker dik en moest met naald 6 gehaakt worden. Op de website van Durable vond ik een leuk patroon van een omslagdoek, Only Love genaamd. Een makkelijk patroon met alleen lossen en stokjes, want de kleuren van dit garen zorgen al voor de vrolijke uitstraling. Het is een behaaglijke omslagdoek geworden die je echt wat extra warmte geeft.

      

maandag 27 juli 2020

Een bijbel vol koekjes

In april heb ik mezelf verwend met de aankoop van de Koekjesbijbel van Rutger van den Broek, winnaar van de eerste editie van 'Heel Holland Bakt'. Een heerlijk boek met meer dan 170 koekjesrecepten van bekende en minder bekende koekjes. Bovendien staan er duidelijke stap-voor-stapfoto's in van de basistechnieken en basisrecepten. Bij het doorbladeren van dit boek krijg je het gevoel dat je met deze recepten al die verschillende koekjes echt kunt bakken. Ook als beginnende bakker. Aan de slag dus!

Als eerste koos ik de hazelnootrozetten uit de categorie 'brosse koekjes'. De hazelnoten moeten eerst geroosterd worden op een bakplaat en daarna met suiker fijn gemalen in een hakmolentje, waardoor je zelfgemaakte hazelnootspijs krijgt. Wat gaat dat supersnel. Handig hoor. De spijs gaat door het deeg, die je daarna, met een spuitzak met een gekarteld spuitmondje, als rozetten op de bakplaat spuit. In het midden van elke rozet druk je een hazelnoot en dan kunnen ze de oven in. Helemaal niet moeilijk dus, maar wel een heel leuk en lekker resultaat.




Een week later, precies volgens mijn ontstane #vrijdagmiddagtraditie, koos ik voor de pindakaaskoekjes uit de categorie 'rijke koekjes'. Volgens de Koekjesbijbel zijn 'rijke koekjes' koekjes die verrijkt zijn met extra ingrediënten, die de smaak van deze koekjes naar een hoger plan tillen.
Ik ben er inmiddels wel achter dat het deeg voor de meeste soorten koekjes minimaal 1 uur in de koelkast moet rusten voor je het verder gaat verwerken. Daarom zorg ik er meestal voor dat ik 's morgens voor de lunch het deeg gemaakt heb, zodat ik niet al te lang na de lunch verder kan met het recept. Koekjes hoeven nooit echt lang in de oven, dus zodoende kunnen we bijna altijd op vrijdagmiddag van een nog niet helemaal afgekoeld koekje genieten. 
Voor pindakaaskoekjes meng je natuurlijk pindakaas door het deeg. Ik koos voor pindakaas met stukjes pinda erin voor de crunchy versie. Van het deeg vorm je bolletjes die je vervolgens met een vork in twee richtingen plat drukt, waardoor ze een leuk streeppatroon krijgen. Heerlijke koekjes, tenminste als je van pindakaas houdt.




De week erop koos ik voor een koekje uit de categorie 'gevulde koekjes'; crème doublies. Een dubbel koekje, dus voor elke crème doublie bak je 2 koekjes. Het deeg moet weer met een spuitzak (nu met een glad spuitmondje) op de bakplaat gespoten worden, met voldoende ruimte tussen de koekjes omdat ze tijdens het bakken flink uitlopen. Ondertussen heb ik de botercrème op basis van banketbakkersroom gemaakt (er staat ook nog een ander recept voor botercrème in het boek). Ik had nog niet eerder zelf botercrème gemaakt, maar het was heel leuk om te doen. De room wordt gemaakt van melk, suiker, een eidooier, maizena en een half vanillestokje. Nadat dit afgekoeld is tot kamertemperatuur gaat het bij de luchtig geklopte boter met poedersuiker en klaar is de botercrème. Op de helft van de afgekoelde koekjes spuit je de botercrème en daar druk je de andere koekjes voorzichtig op. Echt zálig zijn ze. Zelfgebakken koekjes blijven toch het allerlekkerst.



dinsdag 21 juli 2020

Mijn eerste gehaakte wandkleed

Twee jaar geleden kwam ik het patroon tegen van een ontzettend vrolijk wandkleed, genaamd 'brain-teaser-blanket'. Het is ontworpen door Jellina van jellina-creations. Op haar site staan heel veel kleurrijke patronen, waarvan een deel gratis is. Zo ook het patroon van dit wandkleed. Wat heel fijn is, is dat ze aan de hand van een aantal foto's heel duidelijk beschrijft hoe je te werk moet gaan.




Het grappige was, dat ik het kubuspatroon ineens op meerdere plaatsen tegenkwam. Zo waren we op vakantie in Valencia en daar lag in een oud klooster een stenen vloer met hetzelfde kubuspatroon. 




Prachtig vond ik het, maar ik wilde toch echt voor de kleurrijke versie gaan. Dus werd het tijd om kleuren uit te zoeken. Ik wilde 6 verschillende kubussen maken, die steeds terug zouden komen in het wandkleed. Elke kubus bestaat uit 3 ruiten in 3 opeenvolgende tinten. Ik moest dus 18 kleuren kiezen. Dit lukte in de Wolhal in Drachten waar ze een groot assortiment van Scheepjes Cotton 8 hadden. Ik legde heel veel bolletjes op de grond (een tafel was er niet) om zo tot 6 mooie combinaties van 3 kleuren te komen. Als ik geweten had dat ik daar nu een blog over zou schrijven, had ik er zeker een foto van gemaakt. Het duurde wel even voor ik mijn keus had gemaakt (mijn vader, die toevallig mee was, heeft zolang geduldig op een stoel zitten wachten), maar ik kwam uiteindelijk helemaal blij met mijn aankoop de winkel uit. 

Het patroon van de ruit zelf is supersimpel: alles gehaakt in vasten, elke toer 1 steek meerderen tot je op het breedste punt bent en daarna elke toer 1 steek minderen tot je niks meer over hebt. Elke keer als ik 3 ruitjes had gehaakt maakte ik er meteen een kubus van en hechtte ik de overbodige draden af. Zo hield ik een beetje overzicht over al die gekleurde ruitjes.




Mijn man en ik hadden van tevoren samen besloten waar in huis we het wandkleed op gingen hangen. Zo wist ik in ieder geval hoe groot hij ongeveer mocht worden. Ik heb in totaal 60 hele kubussen en 6 halve kubussen (om de zijkanten mooi recht te maken) gehaakt. Dat zijn 186 ruiten en 6 halve ruiten. De rand van het wandkleed heb ik van 3 toeren vasten gemaakt. Daarna heb ik de ophanglussen, waar de roedes doorheen moesten, aan de boven- en onderkant gehaakt. Het wandkleed is uiteindelijk 102 cm breed en 82 cm hoog geworden. Het hangt nu al 2 jaar boven de bank in onze woonkamer en ik ben er nog steeds heel blij mee.


                         



zaterdag 4 juli 2020

Fryske dúmkes en truffels

In maart zag ik een aflevering van Bak mee met MAX waarin Hans Spitsbaard, de jongste winnaar van Heel Holland Bakt, Fryske dúmkes maakte. Als 'Fries-om-útens' (een Fries die niet meer in Friesland woont) vond ik het hoog tijd deze lekkere anijskoekjes voor het eerst zelf te gaan bakken. De koekjes danken hun naam aan het feit dat ze duimgroot zijn. Je hebt ook Amelander dúmkes. Daarin worden de hazelnoten vervangen door amandelen. Ik heb de gewone Fryske dúmkes gemaakt met gehakte hazelnoten, anijs en kaneel.

                                                                         
             

Eigenlijk moet er anijspoeder én anijszaad in, maar vanwege de corona-crisis kon ik op dat moment niet aan anijszaad komen. In een gewone supermarkt is het niet verkrijgbaar. Op internet leerde ik dat je in dat geval de hoeveelheid anijspoeder kunt verdubbelen. Verder kun je een theelepel rum aan het deeg toevoegen, maar dat heb ik niet gedaan. Ik geef niks om alcohol in koekjes en in dit geval was het ook niet nodig om de rum door iets anders te vervangen.
De koekjes waren heerlijk. Inmiddels heb ik wel het anijszaad in huis, dus deze Fryske dúmkes gaan zéker in de herhaling. Het recept is te vinden via deze link op de site van MAXvandaag.



In dezelfde aflevering maakte Hans ook truffels. Van truffels dacht ik altijd dat ze heel moeilijk waren om zelf te maken, maar het filmpje overtuigde me dat het heel goed te doen was. Van warme slagroom, geraspte sinaasappelschil, pure chocolade en boter maakte ik een ganache. Ganache is een crème die gebruikt wordt voor de vulling van taarten en bonbons en ook voor de garnering van nagerechten.
De ganache moest minimaal 2 uur opstijven in de koelkast. Daarna maakte ik er bolletjes van. Dat viel niet mee, want de ganache bleef erg zacht, waardoor ik ze niet zo mooi rond kon maken. De helft van de bolletjes rolde ik door de cacao en de andere helft door de poedersuiker. Zelf vond ik die met poedersuiker het lekkerste, mijn man vond juist die met cacao lekkerder.
Ik bewaarde ze netjes in de koelkast, maar ze bleven zacht. Je moest echt voorzichtig eentje van het schaaltje pakken, anders zou je de truffel makkelijk fijn knijpen. Voor een volgende keer zal ik eens uitzoeken en uitproberen hoe i ze steviger kan maken. 




dinsdag 23 juni 2020

Home Sweet Home

Het is nu ruim 3 jaar geleden dat ik begon met haken. Ik heb inmiddels een hele nieuwe wereld ontdekt; de haakwereld. Een wereld met zijn eigen terminologie en afkortingen. Zo nu en dan had ik Google nodig om erachter te komen wat er bedoeld werd met een bepaalde term of afkorting. Al doende leerde ik steeds meer merken kennen van de verschillende garens en ook welke haaknaalden goed bevallen. Ik ontdekte mooie haakboeken en websites en kreeg daardoor zóveel zin om aan de slag te gaan met al dat moois.
Zo belandde ik in 2018 in het wereldje van Lossen & Vasten van Joke ter Veldhuis. Ik ontdekte dat zij al meerdere CAL's had ontworpen en dat er op dat moment ook een CAL bezig was. 

Maar wat is een CAL?
CAL staat voor Crochet ALong (haak samen). Als je meedoet aan een CAL krijg je iedere week/twee weken/maand een deel van een patroon. Na een x aantal weken heb je alle patroondelen en heb je dus een mooi project gehaakt. Meestal weet je van tevoren hoe het project eruit komt te zien, maar soms krijg je van tevoren maar een klein stukje te zien, waardoor het een grote verrassing is hoe het uiteindelijk wordt. Dit wordt een Mystery CAL genoemd.

Het leuke van meedoen met een CAL is dat je samen met een heleboel mensen aan eenzelfde project haakt, waardoor je elkaar kunt helpen. Deze ondersteuning gebeurt vaak in een speciale Facebookgroep, waar je ook je ervaringen en foto's kunt delen. Al doende leer je veel verschillende steken en technieken. Je leeft elke keer weer toe naar het volgende patroondeel en hebt daardoor een stok achter de deur om het project af te maken. Het komt namelijk vaak genoeg voor dat zo'n project een WIP (Work In Progress) zonder eind wordt. De bestanden blijven echter gewoon beschikbaar op de betreffende site en je kunt ze natuurlijk zelf ook even opslaan, zodat je het project altijd op een later tijdstip af kunt maken.




De CAL die ik gemaakt heb is de Home-Sweet-Home deken van Lossen & Vasten. Joke ter Veldhuis schrijft het patroon ontzettend duidelijk uit, waardoor hij geschikt is voor gevorderde en beginnende haaksters. De link naar deze CAL vind je hier. Hier staan ook veel video's van de steken die in deze deken gebruikt worden. Steken met veelbelovende namen, zoals 'parelsteek' en 'stersteek'. Ik koos voor één van de vier kleurencombinaties die Joke bedacht had en die ze de naam 'Love' had meegegeven. Maar je kunt voor de CAL ook een eigen kleurencombinatie bedenken.


Deze CAL was al een paar weken bezig voor ik hem in de gaten kreeg en zou 14 weken gaan duren. Ik stroomde later in en hoefde dus niet elke keer een week te wachten op het volgende deel en kon zo sneller vooruit. Uiteindelijk heb ik de deken in 11,5 week gehaakt. 
Hij is gemaakt van 19 bollen Colour Crafter, een 100% acryl garen van Scheepjes en ik heb gehaakt met haaknaald 4. Hij is 1.30m x 2.10m geworden.
De kleuren die erin zitten zijn:

  • Hasselt (2010) beige
  • Sittard (1130) lichtroze
  • Veendam (1004) donkerbruin
  • Barneveld (1005) wit
  • Venlo (1080) donkerroze 
  • Veenendaal (1064) lichtbruin




Ik vond het een geweldig project, waarbij ik veel geleerd heb. 
Het resultaat is een prachtige, grote en zachte woondeken, waar ik echt trots op ben.


maandag 15 juni 2020

Hollandse koekjes

Een poosje geleden zag ik bij mijn zusje het 'Hollands bakboek' in de kast staan. Het boek staat vol met typisch Hollandse baksels, verdeeld in de categorieën 'taart', 'cake & gebak', 'koek(jes)' en 'lekkere trek'. Bij 'taart' vind je natuurlijk de appeltaart en de kersenvlaai. Bij 'cake & gebak' o.a. de tompoezen en de oliebollen. Bij 'koek(jes)' de door Nederlanders veel gegeten gevulde koeken en eierkoeken. En bij 'lekkere trek' horen o.a. de poffertjes en de saucijzenbroodjes.
Ik mocht het boek een poosje lenen en besloot als eerste de kokosmakronen met witte chocolade te maken. Van kokosmakronen houden we hier thuis allemaal en met witte chocolade kan hij alleen maar lekkerder worden. Het bleek een heel makkelijk te bakken koek te zijn met heel weinig ingrediënten; eiwitten, gemalen kokos en suiker. Deze drie ingrediënten met elkaar mengen en daarna met 2 lepels in gelijke bergjes op de bakplaat scheppen en de oven in. Ondertussen de witte chocolade au bain-marie smelten, in een spuitzak doen en dan streepjes trekken over de afgekoelde kokosmakronen. Een heerlijke variatie op de gewone kokosmakroon.




In een ander bakboekje (uit de kookboekjesserie van Blue Band uit 1990) staan ook heel veel typisch Hollandse koekjes. Hierin vond ik een recept voor Sprits. Ook dit was bepaald niet een moeilijk recept, maar wat me erg tegen viel was het opspuiten van het deeg. Het is namelijk een erg stevig deeg. Ik had het eerst in een wegwerpspuitzak gedaan, maar bij de eerste keer druk uitoefenen op de zak, scheurde hij meteen kapot. Gelukkig had ik ook nog een stevige herbruikbare spuitzak in de kast liggen. Het opspuiten ging nog steeds heel zwaar, maar de spuitzak ging in ieder geval niet kapot. Ik besloot ronde spritsen te maken, maar je kunt natuurlijk ook voor de rechthoekige kiezen. In dat geval spuit je het deeg in een lange zigzagvorm op de bakplaat en snij je het meteen na het bakken in stukken. 
Later kwam ik nog tips tegen over hoe je het deeg wat hanteerbaarder kunt maken. Zo kun je bijvoorbeeld een deel van de boter smelten voor je het toevoegt. Dat zou ervoor moeten zorgen dat het deeg makkelijker is op te spuiten. Dat ga ik zeker onthouden voor een volgende keer.




Tot slot een chocoladekoekje. Wie houdt er níet van! Het recept staat ook in hetzelfde bakboekje van Blue Band en bevat zowel pure als witte chocolade. Niet moeilijk, maar zó lekker. De pure chocolade moet weer in stukjes gehakt en au bain-marie gesmolten worden. Als de chocola afgekoeld is tot dik vloeibaar moet het op een bepaald moment toegevoegd worden aan het koekdeeg. Daarna kan het deeg uitgerold worden op het werkblad. Uit de uitgerolde lap deeg moeten ronde koekjes gestoken worden, die op een bakplaat de oven in gaan. Hiervoor zijn uitsteekvormen verkrijgbaar in allerlei maten, maar je kunt natuurlijk ook gewoon een glas gebruiken.
Als de koekjes in de oven zitten hak ik de witte chocolade in stukken en smelt deze weer au bain-marie. Zodra de koekjes zijn afgekoeld bestrijk ik ze met de witte chocolade. Nog even wachten tot de chocolade is uitgehard en dan … proeven maar!



maandag 8 juni 2020

Tuinlampions

Gisteren heb ik weer een tuinlampion afgemaakt. Zelf zou ik nooit op het idee zijn gekomen om zoiets te gaan haken, maar wat ziet zo'n lampion er gezellig uit. De inspiratie hiervoor komt uit Park Vijversburg in Tytsjerk. In mijn vorige haakblog vertelde ik over onze medewerking aan de Grootste Gehaakte Deken van de Wereld. In Park Vijversburg, waar de meer dan 10.000 dekens uitgespreid lagen over de grasvelden, waren ook andere haakwerkstukken te bewonderen. Zo hingen er in de bomen deze tuinlampions. 



Als haakliefhebber heb je dan meteen zoiets van 'die wil ik ook een keer gaan maken'. Maar hoe doe je dat. In de Facebookhaakgroep van De Grootste Gehaakte Deken, die ik volgde, bleek dat heel veel bezoekers net zo gecharmeerd waren van de lampions als ik. Er werd vaak naar het patroon gevraagd, maar dat bleek er niet echt te zijn. Het was meer een kwestie van 'gewoon beginnen en improviseren maar'. Iemand (waarschijnlijk één van de haaksters) besloot een globale werkbeschrijving te maken en die te delen in de groep. Ik kon aan de slag. En met die beschrijving lukte dat prima. Ik koos lekker bonte kleurtjes uit mijn restjesvoorraad katoen, haakte met haaknaald 3 en improviseerde erop los. Het resultaat was een vrolijke blikvanger in de tuin.
Een maand later was een vriendin jarig en omdat zij enthousiast had gereageerd op mijn tuinlampion, besloot ik er eentje voor haar 50e verjaardag te maken. Ook deze heb ik van katoen gemaakt. De lampion was voor haar een echte verrassing en werd dan ook goed ontvangen. De verjaardag werd in de tuin gevierd, dus hij kon meteen opgehangen worden.


               


Inmiddels heeft zij een nieuwe overkapping in de tuin. Het zou toch wel heel leuk staan als daar wat meer van die vrolijke lampions als decoratie zouden hangen. Dus mocht ik er nóg twee voor haar haken en ze mochten lekker vrolijk worden. Ik leefde me lekker uit met felle, soms bijna fluoriserende, kleuren. Het resultaat, deze twee knallende lampions, zie je hieronder.
Niet lang daarna kwam het volgende verzoek binnen; een lampion die als cadeautje weg gegeven ging worden. Deze lampion mocht wat minder fel worden. Het was ook weer leuk om daarvoor mooie kleuren bij elkaar te zoeken. Ook van deze laatste lampion zie je hieronder een foto.

 
             

Je kunt deze lampion natuurlijk ook voor binnen haken. In de kleuren die mooi in jouw interieur passen. Of je maakt hem helemaal in één kleur. Mocht je aan de slag willen, dan vind je de korte werkbeschrijving op de pagina Patronen.