maandag 27 juli 2020

Een bijbel vol koekjes

In april heb ik mezelf verwend met de aankoop van de Koekjesbijbel van Rutger van den Broek, winnaar van de eerste editie van 'Heel Holland Bakt'. Een heerlijk boek met meer dan 170 koekjesrecepten van bekende en minder bekende koekjes. Bovendien staan er duidelijke stap-voor-stapfoto's in van de basistechnieken en basisrecepten. Bij het doorbladeren van dit boek krijg je het gevoel dat je met deze recepten al die verschillende koekjes echt kunt bakken. Ook als beginnende bakker. Aan de slag dus!

Als eerste koos ik de hazelnootrozetten uit de categorie 'brosse koekjes'. De hazelnoten moeten eerst geroosterd worden op een bakplaat en daarna met suiker fijn gemalen in een hakmolentje, waardoor je zelfgemaakte hazelnootspijs krijgt. Wat gaat dat supersnel. Handig hoor. De spijs gaat door het deeg, die je daarna, met een spuitzak met een gekarteld spuitmondje, als rozetten op de bakplaat spuit. In het midden van elke rozet druk je een hazelnoot en dan kunnen ze de oven in. Helemaal niet moeilijk dus, maar wel een heel leuk en lekker resultaat.




Een week later, precies volgens mijn ontstane #vrijdagmiddagtraditie, koos ik voor de pindakaaskoekjes uit de categorie 'rijke koekjes'. Volgens de Koekjesbijbel zijn 'rijke koekjes' koekjes die verrijkt zijn met extra ingrediënten, die de smaak van deze koekjes naar een hoger plan tillen.
Ik ben er inmiddels wel achter dat het deeg voor de meeste soorten koekjes minimaal 1 uur in de koelkast moet rusten voor je het verder gaat verwerken. Daarom zorg ik er meestal voor dat ik 's morgens voor de lunch het deeg gemaakt heb, zodat ik niet al te lang na de lunch verder kan met het recept. Koekjes hoeven nooit echt lang in de oven, dus zodoende kunnen we bijna altijd op vrijdagmiddag van een nog niet helemaal afgekoeld koekje genieten. 
Voor pindakaaskoekjes meng je natuurlijk pindakaas door het deeg. Ik koos voor pindakaas met stukjes pinda erin voor de crunchy versie. Van het deeg vorm je bolletjes die je vervolgens met een vork in twee richtingen plat drukt, waardoor ze een leuk streeppatroon krijgen. Heerlijke koekjes, tenminste als je van pindakaas houdt.




De week erop koos ik voor een koekje uit de categorie 'gevulde koekjes'; crème doublies. Een dubbel koekje, dus voor elke crème doublie bak je 2 koekjes. Het deeg moet weer met een spuitzak (nu met een glad spuitmondje) op de bakplaat gespoten worden, met voldoende ruimte tussen de koekjes omdat ze tijdens het bakken flink uitlopen. Ondertussen heb ik de botercrème op basis van banketbakkersroom gemaakt (er staat ook nog een ander recept voor botercrème in het boek). Ik had nog niet eerder zelf botercrème gemaakt, maar het was heel leuk om te doen. De room wordt gemaakt van melk, suiker, een eidooier, maizena en een half vanillestokje. Nadat dit afgekoeld is tot kamertemperatuur gaat het bij de luchtig geklopte boter met poedersuiker en klaar is de botercrème. Op de helft van de afgekoelde koekjes spuit je de botercrème en daar druk je de andere koekjes voorzichtig op. Echt zálig zijn ze. Zelfgebakken koekjes blijven toch het allerlekkerst.



Geen opmerkingen: