maandag 15 juni 2020

Hollandse koekjes

Een poosje geleden zag ik bij mijn zusje het 'Hollands bakboek' in de kast staan. Het boek staat vol met typisch Hollandse baksels, verdeeld in de categorieën 'taart', 'cake & gebak', 'koek(jes)' en 'lekkere trek'. Bij 'taart' vind je natuurlijk de appeltaart en de kersenvlaai. Bij 'cake & gebak' o.a. de tompoezen en de oliebollen. Bij 'koek(jes)' de door Nederlanders veel gegeten gevulde koeken en eierkoeken. En bij 'lekkere trek' horen o.a. de poffertjes en de saucijzenbroodjes.
Ik mocht het boek een poosje lenen en besloot als eerste de kokosmakronen met witte chocolade te maken. Van kokosmakronen houden we hier thuis allemaal en met witte chocolade kan hij alleen maar lekkerder worden. Het bleek een heel makkelijk te bakken koek te zijn met heel weinig ingrediënten; eiwitten, gemalen kokos en suiker. Deze drie ingrediënten met elkaar mengen en daarna met 2 lepels in gelijke bergjes op de bakplaat scheppen en de oven in. Ondertussen de witte chocolade au bain-marie smelten, in een spuitzak doen en dan streepjes trekken over de afgekoelde kokosmakronen. Een heerlijke variatie op de gewone kokosmakroon.




In een ander bakboekje (uit de kookboekjesserie van Blue Band uit 1990) staan ook heel veel typisch Hollandse koekjes. Hierin vond ik een recept voor Sprits. Ook dit was bepaald niet een moeilijk recept, maar wat me erg tegen viel was het opspuiten van het deeg. Het is namelijk een erg stevig deeg. Ik had het eerst in een wegwerpspuitzak gedaan, maar bij de eerste keer druk uitoefenen op de zak, scheurde hij meteen kapot. Gelukkig had ik ook nog een stevige herbruikbare spuitzak in de kast liggen. Het opspuiten ging nog steeds heel zwaar, maar de spuitzak ging in ieder geval niet kapot. Ik besloot ronde spritsen te maken, maar je kunt natuurlijk ook voor de rechthoekige kiezen. In dat geval spuit je het deeg in een lange zigzagvorm op de bakplaat en snij je het meteen na het bakken in stukken. 
Later kwam ik nog tips tegen over hoe je het deeg wat hanteerbaarder kunt maken. Zo kun je bijvoorbeeld een deel van de boter smelten voor je het toevoegt. Dat zou ervoor moeten zorgen dat het deeg makkelijker is op te spuiten. Dat ga ik zeker onthouden voor een volgende keer.




Tot slot een chocoladekoekje. Wie houdt er níet van! Het recept staat ook in hetzelfde bakboekje van Blue Band en bevat zowel pure als witte chocolade. Niet moeilijk, maar zó lekker. De pure chocolade moet weer in stukjes gehakt en au bain-marie gesmolten worden. Als de chocola afgekoeld is tot dik vloeibaar moet het op een bepaald moment toegevoegd worden aan het koekdeeg. Daarna kan het deeg uitgerold worden op het werkblad. Uit de uitgerolde lap deeg moeten ronde koekjes gestoken worden, die op een bakplaat de oven in gaan. Hiervoor zijn uitsteekvormen verkrijgbaar in allerlei maten, maar je kunt natuurlijk ook gewoon een glas gebruiken.
Als de koekjes in de oven zitten hak ik de witte chocolade in stukken en smelt deze weer au bain-marie. Zodra de koekjes zijn afgekoeld bestrijk ik ze met de witte chocolade. Nog even wachten tot de chocolade is uitgehard en dan … proeven maar!



Geen opmerkingen: